Als het aan Tweede Kamerlid Suzanne Kröger (GroenLinks) en adoptieouder van SDG 15 (Leven op land) ligt, mag de overheid streng zijn als het gaat om ‘onzinplastics’. “Wij moeten als overheid durven zeggen: dat gaan we niet meer doen”.
Waar bent u trots op als adoptieouder van SDG 15?
Een van de onderwerpen waar ik me volop mee heb beziggehouden, is plasticvervuiling. Het is een hele concrete manier van vervuiling, met een rechtstreeks effect op dieren, maar microplastics hebben ook een langetermijneffect voor onszelf. Ik heb verschillende initiatieven genomen in de Tweede Kamer, onder meer na de ramp met de MSC Zoë, die in 2019 containers verloor op de Waddenzee. Toen zag je aan onze kusten hoe ongelooflijk veel plastic wij gebruiken.
Hebt u het plasticprobleem ook bij de bron kunnen aanpakken?
Ja, we hebben een plan gelanceerd om verschillende onnodige plastic artikelen, ik noem het ‘onzinplastic’, terug te dringen. Dat was voor mij een heel concrete bijdrage. Uiteindelijk gaat het over een consumptiedrift die op hol is geslagen. Er zitten ook belangen achter van bedrijven die op een bepaalde manier produceren, en dat zo blijven doen tot een overheid paal en perk stelt.
Met vrijwilligheid alleen komen we er dus niet?
Kijk naar het statiegeld. Dat heeft 30 jaar activisme gekost om het voor elkaar te krijgen. Die tijd hebben we nu niet meer. Biodiversiteitsverlies gaat te hard. Klimaatverandering gaat te hard. We hebben niet meer de tijd om alles met vrijwilligheid op te lossen. Wij moeten als overheid zeggen, zoals bij bepaalde types plastic: dat gaan we niet meer doen. Vaak is het bedrijfsleven in zo’n situatie blij dat er tenminste duidelijkheid is.
Ook over de luchtvaart hebt u zich de voorbije jaren uitgesproken? Ziet u daar verbetering?
Op vlak van luchtvaart is een enorme verandering gaande. Toen ik in 2017 in de Kamer kwam, was groei in de luchtvaart nog een gegeven. Toen ik bij mijn eerste debat over luchtvaart begon over treinen, kreeg ik de vraag of ik wel bij het goede debat zat. Dat is inmiddels echt veranderd in de Kamer. Je hoort nu zelfs de VVD en CDA zeggen: laten we korte vluchten vervangen door treinen.
Toen ik bij mijn eerste debat over luchtvaart begon over treinen, kreeg ik de vraag of ik wel bij het goede debat zat.
Het moet dan wel in praktijk worden gebracht.
Dat kost tijd. Ik heb me in 2018 ingezet om de vluchten tussen Amsterdam en Brussel te verbieden. Die motie werd aangenomen en intussen gaat er elke dag een vlucht minder. Helaas betekent het dat vier van de vijf nog wel altijd gaan.
Op welk vlak integreert u de SDG’s in uw werk als Kamerlid?
Een belangrijk principe dat voor mij verweven is met de SDG’s, is het voorzorgsprincipe. Bij nieuw beleid wil je geen risico’s nemen, bijvoorbeeld op het vlak van natuur en biodiversiteit. Dat heb je met die microplastics. Nu ze er al lang zijn, beseffen we pas wat het met ons doet en worden ze zelfs aangetroffen in de placenta bij ongeboren baby’s.
Veel politici zitten op hun eigen eilandje, terwijl onderwerpen als de positie van vrouwen, onderwijs, de macht van grote bedrijven allemaal met elkaar te maken hebben.
Hebt u het idee dat de SDG’s de voorbije regeerperiode een zichtbare rol hebben gespeeld?
Er is veel gebeurd met de hele agenda van de SDG’s de afgelopen vier jaar. Onder meer met het invoeren van de SDG-toets. Maar er is nog enorm veel te winnen door de dwarsverbanden tussen de SDG’s beter verankeren. Veel politici zitten op hun eigen eilandje, terwijl onderwerpen als de positie van vrouwen, onderwijs, de macht van grote bedrijven allemaal met elkaar te maken hebben. Dat is de kracht van de SDG’s. Dat moeten we als Kamer blijven opzoeken.
Toch lijkt het niet altijd evident voor politici om met die SDG’s aan de slag te gaan?
Je ziet dat heel veel van politiek gaat over heel specifieke onderwerpen met een korte aandachtspanne. De SDG’s gaan over grote systeemveranderingen. Die vragen een langere looptijd. Toch is er in de afgelopen vier jaar veel meer aandacht voor gekomen. In een volgend kabinet is het zaak om dat goed te verankeren.
Op het moment dat alles dicht was, was natuur de enige plek waar iedereen heen kon om te ontspannen. Toen kwam de realisatie dat we in Nederland te weinig natuur hebben waar mensen heek kunnen.
Biedt de coronacrisis een momentum om anders naar duurzaamheid te kijken?
Ik denk wel dat de waardering voor natuur is toegenomen. Op het moment dat alles dicht was, was natuur de enige plek waar iedereen heen kon om te ontspannen. Toen kwam de realisatie dat we in Nederland te weinig natuur hebben waar mensen heek kunnen. Natuurgebieden werden afgesloten omdat het te druk werd. Tijdens de crisis zijn veel ad hoc beslissingen genomen met een korte tijdshorizon. Nu is het moment om ons te buigen over de grotere vragen, zoals: hoe gaan we met onze natuur om?
Interview door Jarne van der Poel (Foundation Max van der Stoel) en Samuel Hanegreefs (SDG Nederland)
Foto van groenlinks.nl
Lees hier de andere interviews uit de reeks.
Na de Tweede Kamerverkiezingen in 2017 lanceerde Building Change de campagne ‘Adopteer een SDG’. Meer dan 25 Tweede Kamerleden, uit acht verschillende politieke fracties, adopteerden één of meerdere Duurzame Ontwikkelingsdoelen. Een coalitie van maatschappelijke organisaties rond Building Change ondersteunde hen met informatie en adviezen. Nu de kabinetsperiode ten einde loopt en in aanloop naar de verkiezingen van 17 maart, maken we samen met een aantal van de adoptieouders de balans op.