Deze derde Global Goals Accelerator bijeenkomst staat volledig in het teken van doelen 9 en 11. Doel 9 – innovatie en duurzame infrastructuur – is gericht op het verbeteren van wegen en transport. Goede wegen zijn bijvoorbeeld nodig om naar school te gaan, iets dat in veel ontwikkelingslanden nu nog ontbreekt. Doel 11 – veilige en duurzame steden – gaat om het handhaven van de enorme verstedelijking. In 2030 wordt verwacht dat 70 tot 80 procent van de wereldbevolking in steden woont, dit is een verdubbeling van het aantal in 2012. Omdat het grootste aantal van deze stedelingen in 2030 tot de middenklasse behoort, is de consequentie dat er ook een groter consumptiepatroon zal ontstaan.
Groeiende steden zorgen voor verschuivingen
De aanwezigen in de zaal komen uit verschillende sectoren. Zij vertegenwoordigen bedrijven, non gouvernementele organisaties, stichtingen en onderwijsinstellingen. Arie Voorburg, medewerker urban transition bij Arcadis trapt af met een kritische speech. “Steden hebben een enorme impact op het ecologische en economische wereldsysteem. De groei in megasteden zal zorgen voor politieke machtsverschuivingen”, aldus Voorburg.
Voorburg is buitengewoon boos over de ontwikkelingen die plaatsvinden rondom stedengroei en uit zijn zorgen: “De bevolkingsgroei zal naast een groei in de voedselproductie ook zorgen voor een groei in de energie uitstoot en een groei in het gebruik van water.” Arcadis heeft een Sustainable Cities Index gemaakt waarbij gekeken wordt naar de scores van diverse wereldsteden op het gebied van People, Planet, Profit. Rotterdam staat op de vijfde plek binnen deze index en behaalde zelfs de eerste plaats op het onderdeel People. “Als Rotterdam op plek 5 staat, wat voor een zooitje is het dan in de rest van de wereld?” grapt Voorburg.
Duurzame groei
Ondanks deze zorgen is het volgens Voorburg haalbaar om op een duurzame manier op deze groei in te spelen, mits de hele productieketen wordt aangepast. “Op dit moment gebeurt er nog te weinig. Dit komt allereerst door de snelheid van ontwikkelingen in de samenleving en ten tweede lopen jonge innoverende bedrijven vast op regelgeving en beleid.” Het is volgens Voorburg tijd om ruimte te creëren voor jonge mensen, zodat zij kunnen denken over oplossingen voor duurzame groei. Hij geeft hierbij het voorbeeld van studenten die met oude koelkasten en computers nieuwe hoogwaardige producten kunnen maken.
“het is tijd om ruimte te creëren voor jonge mensen, zodat zij kunnen denken over oplossingen voor duurzame groei”
Begin bij de productieketens
Een belangrijke vraag voor veel van de Global Goals – zo ook voor doelen 9 en 11 – is waar moeten we beginnen? Volgens André Veneman en Marius Stehouwer van Akzo Nobel, kunnen we grote steden in de hele wereld helpen door te beginnen bij de grote productieketens zoals Unilever en Mars. “Het traagste proces ligt in het einde van de keten, de consument. Zij zetten zich er nog niet toe om bewuste keuzes te maken in hun dagelijks leven. Dit betekent dat de echte verandering moet worden doorgevoerd via de grote jongens. Zij moeten kijken naar een manier om aan het begin van de keten verandering te realiseren. Wat is er op lokaal niveau, bij de cacaoboeren bijvoorbeeld, nu echt nodig? Daarnaast moeten alle stakeholders binnen de keten, zowel bedrijven als particulieren, bij elkaar worden gebracht zodat er een proces in gang wordt gezet. Dit is ook hoe ons project Human Cities werkt.” Met dit project probeert Akzo Nobel concrete invulling te geven aan de Global Goals.
De heren geven aan dat het niet de bedoeling is dat er vanuit Nederland bepaald wordt wat er ergens anders nodig is. “Hoewel diverse Nederlandse organisaties hier een grote rol in spelen, ligt er op voorhand niet vast of er bijvoorbeeld in sanitair, werkgelegenheid of drainage moet worden geïnvesteerd. Problemen die vanuit de bewonersorganisaties ter plekke worden opgemerkt, moeten uiteindelijk samen met overheden worden opgelost.” Iemand uit de zaal komt met een terechte vraag, want wie betaalt dit uiteindelijk? Volgens Veneman en Stehouwer gaat het hier om een self sustaining model. Dit betekent dat het nieuwe systeem uiteindelijk zelfvoorzienend zal werken. Iedere betrokkene kan zo zelf zijn of haar talent inzetten.
Verbinding maken
Tijdens de Global Goals Accelerator bijeenkomst wordt er ook een gedeelte van de avond in kleinere groepen gewerkt. Volgens de deelnemers moeten mensen niet in hun kringetje blijven zitten maar juist verbinding maken. Er moet meer aandacht komen voor de herkomst van materialen en voedsel en de samenhang tussen dorpen en steden zijn erg belangrijk. Steden kunnen alleen van voedsel worden voorzien als er een goede verbinding is met het platteland. De huidige structuren moeten worden doorbroken door samenwerking. Alle middelen zijn er, nu moeten we het nog samen gaan regelen.
En nu?
De avond wordt afgesloten door Paul Iske, hoogleraar Open Innovation & Business Venturing. “De wereld wordt steeds complexer, je doet iets aan de ene kant en je weet niet wat de impact is aan de andere kant. Zoals Einstein zei: ‘je moet dingen zo simpel mogelijk maken maar niet simpeler dan dat.’ Het is tijd om verder te kijken dan alleen maar geld verdienen. Het gaat ook over sociale waarden, natuur kapitaal en maatschappelijk kapitaal.” De zaal lijkt het er over eens te zijn dat wij gezamenlijk een bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van de problematiek rondom de doelen 9 en 11. De techniek en de wetenschap is in huis, er moeten alleen nieuwe verdienmodellen gemaakt worden om hier vervolgens samen mee aan de slag te gaan.
Wil je deelnemen aan een van de estafettebijeenkomsten over de Global Goals? Neem dan een kijkje in de kalender op de website van de Global Goals Accelerator.
Foto’s: GEOMAN Fotografie