Column: Brede welvaart met de SDG’s: welzijnseconomie als basis voor een goed leven

Vorige week had ik de kans om te spreken met Michael Weatherhead, een van de internationale aanjagers van de welzijnseconomie. Zijn Wellbeing Economy Alliance (WEAll) pleit voor transformatie van de economie, zodat deze in dienst staat van het leven in plaats van andersom. 

Sandra Pellegrom is nationaal SDG-coördinator. Ze schrijft meerdere keren per jaar een column voor SDG Nederland. Volg haar op LinkedIn en Twitter.

De naam van de organisatie zegt het al: een economie die werkt voor ons allen (we all). Het gesprek vormde een goede aanloop naar Route 2030 op 17 mei: de lancering van de Nationale SDG Rapportage staat deze keer in het teken van Brede Welvaart met de SDG’s.

Het denken rondom brede welvaart – internationaal de wellbeing economy – is een belangrijke wind in de rug die de SDG-agenda goed kan gebruiken. Halverwege 2030 maken we nog lang niet genoeg vaart om de doelen op tijd te behalen. Het jaar 2023 is dan ook een cruciaal tussenstation, waarin we de omslag naar toekomstbestendige en inclusieve samenlevingen zullen moeten versnellen. De manier waarop we onze economie inrichten kan daartoe een cruciale basis leggen.

Economielessen

Ik ben geen econoom en had als echte ‘alfa’ de nodige moeite met het vak op de middelbare school. Maar een paar kernpunten zijn me goed bijgebleven. Met name dat economie draait om het grootste nut voor zoveel mogelijk mensen. Geld is een middel om ‘nut’ te vertalen naar een eenheid waarmee we dat makkelijker kunnen uitdrukken en berekenen, maar geld op zich is niet het doel. Het gaat erom dat mensen zoveel mogelijk nut ervaren. En wat is nut anders dan welzijn in al zijn aspecten? In de kern zou de economie dus moeten draaien om menselijk welzijn. Een belangrijke pijler van brede welvaart is dan ook het denken ‘beyond GDP’, het hanteren van een andere maatstaf voor succesvolle economische ontwikkeling dan alleen financieel en materieel.

Een ander punt dat ik onthouden heb uit die moeizame economielessen op school is dat economie een manier is om schaarse middelen zo efficiënt mogelijk te verdelen. Efficiënt vanuit het idee dat zoveel mogelijk mensen zoveel mogelijk nut (welzijn) ervaren. 

Het lijkt alsof deze punten in de huidige economische systemen in het slop geraakt zijn. Zeker, er is veel bereikt in het vergroten van welvaart in de afgelopen decennia. Wereldwijd maar ook in Nederland zijn veel mensen erop vooruit gegaan qua materiële welvaart. En ook in welzijn. Maar dat is niet zonder kosten geweest. De uitputting van onze hulpbronnen en stijgende ongelijkheid – zowel binnen als tussen landen – suggereert dat het nut voor de weinigen steeds meer domineert over het nut voor allen en dat de verdeling op zijn zachtst gezegd niet echt efficiënt of effectief is voor een breed gedeeld welzijn. Ook het besef van schaarste lijkt uit het oog verloren, zeker voor wat betreft het gebruik van onze natuurlijke hulpbronnen en de ecosystemen waar we afhankelijk van zijn. 

Keynes en ‘building back better’

Een derde economie-les die indruk maakte was die over de econoom John Maynard Keynes en zijn pleidooi om anticyclisch te handelen. Juist als het economisch slecht gaat, zou je moeten investeren in zaken die in het algemeen belang zijn om sneller uit de crisis te komen. Dat zou ook moeten gelden voor crisis in bredere zin. Wat we echter hebben gezien in bijvoorbeeld de coronacrisis is dat we geneigd zijn te focussen op behoud van wat we hebben in plaats van wat nodig is om een betere basis te bouwen. Building Back Better wordt veel genoemd maar minder gedaan. Terwijl de crises duidelijk maken hoezeer we wereldwijd verbonden zijn, keren we ons meer naar binnen. Daarmee maken we onszelf helaas niet weerbaarder tegen toekomstige crises. Dat vraagt juist om wereldwijde investering in bijvoorbeeld gezondheidssystemen en klimaatactie.

Het is dan ook goed dat we het idee van de welzijnseconomie (opnieuw) aan het ontdekken zijn en dat het steeds breder omarmd wordt. De wellbeing economy of ‘brede welvaart’ draait om een goede kwaliteit van leven voor iedereen. Deze ambities sluiten nauw aan bij de SDG-agenda. Het belangrijkste doel van de SDG’s is het vergroten van menselijk welzijn en een eerlijke verdeling daarvan. Met de belangrijke erkenning dat daarvoor ook een gezonde planeet, vrede en gelijkheid noodzakelijk zijn. De SDG’s geven dus een goed kompas om het streven naar brede welvaart in te vullen. Aansprekend is dit toekomstbeeld zeker, maar makkelijk te bereiken is het niet. Er is steeds meer erkenning dat het bereiken van de SDG’s vraagt om het overgaan naar nieuwe modellen, transities op verschillende vlakken. Dit raakt sterk aan de welzijnseconomie, die andere waarden in de economie centraal wil stellen. De waarden die het mogelijk maken om transities te versnellen. 

Eerlijk delen 

De belangrijkste waarde die in het bereiken van de SDG’s en brede welvaart besloten ligt, is misschien wel eerlijk delen. Met elkaar in het hier & nu, met latere generaties en met mensen elders in de wereld. Dat zijn ook de drie dimensies die het CBS bekijkt in de jaarlijkse Monitor Brede Welvaart & SDG’s die uitkomt op 17 mei. Daaruit blijkt dat er nog veel werk aan de winkel is. Nederland is één van de minst ongelijke landen ter wereld, maar ook hier bestaan structurele verschillen. Mensen met een lager opleidingsniveau en migratieachtergrond ervaren duidelijk minder brede welvaart, en ook vrouwen, jongeren en mensen op het platteland profiteren minder. Als deze factoren zich stapelen kan het verschil flink oplopen. Zo leven mensen met een lage opleiding in Nederland 4 jaar korter dan mensen met een hoge opleiding, en zelfs 15 jaar minder in goede gezondheid

Later en elders

Als we naar de toekomst kijken wordt het al helemaal oneerlijk verdeeld: het CBS laat jaar op jaar zien dat we in Nederland aanzienlijk interen op de mogelijkheden van toekomstige generaties. Dit geldt m.n. natuurlijke hulpbronnen en milieu, waar een derde van alle indicatoren in de CBS Monitor op rood staat voor de dimensie ‘Later’. Voor wat betreft de effecten van onze welvaart op andere landen (de dimensie ‘Elders’) schaart het toonaangevende Sustainable Development Report 2022 Nederland onder de slechtst presterende landen (plaats 160 van 163 landen). Het recent herziene Actieplan Beleidscoherentie voor Ontwikkeling van het kabinet erkent dit en zet o.a. in op het terugdringen van de negatieve klimaat-, water- en landvoetafdruk van Nederland op ontwikkelingslanden. 

Nationale SDG-rapportage

Eerlijker met elkaar willen delen is ook de uitdaging van veel transitievraagstukken. In de SDG-rapportage schetsten we vorig jaar hoe eerlijke transities eruit zien vanuit de SDG’s en waar Nederland staat op dat vlak. In de aankomende Nationale SDG-rapportage (die ook op 17 mei verschijnt) geven de Rijksoverheid en alle sectoren in de maatschappij hun visie op de ontwikkelingen van vorig jaar. Zelf zie ik, ondanks alle uitdagingen van 2022, ook positieve ontwikkelingen. Zo wordt er steeds kritischer gekeken naar duurzaamheidsclaims van bedrijven en dat bevordert het eerlijke verhaal over de gevolgen van onze keuzes als bedrijf of als consument. Er worden stappen gezet om generatierechtvaardigheid en de stem van jongeren mee te nemen in beleid. Er is toegenomen samenhang en consultatie bij het maken van beleid. Er zijn initiatieven om betrokkenheid van steeds meer mensen te vergroten, zoals het initiatief van minister Jetten voor een Burgerforum over klimaat. Al deze punten reflecteren een toenemende aandacht voor eerlijke verdeling, mede dankzij het denken in de drie dimensies van brede welvaart: verdeling in het hier en nu, met mensen in andere landen en met latere generaties.

En geld, is dat dan helemaal niet meer belangrijk? Als middel natuurlijk zeker wel. Wereldwijd is er behoefte aan een enorme investering in de SDG’s. De uitdaging is hoe financiële stromen meer ten behoeve van de SDG’s kunnen worden aangewend. Ook daarbij kan het brede welvaart denken behulpzaam zijn: als bij investeringsbesluiten de kosten voor toekomstige generaties en voor andere landen (‘Later’ en ‘Elders’) worden meegenomen, wordt het ook financieel aantrekkelijker om ‘SDG-proof’ keuzes te maken. Vroeg of laat zullen we immers de gevolgen van niet in de SDG’s investeren in onze portemonnee voelen, denk maar aan de maatschappelijke en economische kosten van armoede, gezondheidsschade en biodiversiteitsverlies. 

Belangrijke bondgenoot

Het streven naar brede welvaart is op al deze punten een belangrijke bondgenoot voor de SDG’s. De welzijnseconomie geeft bovendien een hoopvolle visie. Een economie die gericht is op eerlijk delen van de zaken die we echt van waarde achten biedt een positief houvast in complexe tijden. Met die basis kunnen we snel slagen maken richting de SDG’s in de resterende tijd tot 2030.