De Sustainable Development Goals te complex? Daar ligt juist de kracht, vindt Nationale SDG-Coördinator Sandra Pellegrom. Samenhangend naar de doelen kijken is niet makkelijk, maar het kán wel. De SDG-rapportage van het Koninkrijk aan de VN deze week laat zien hoe. En hoe we met deze inzichten transities juist kunnen versnellen.
Er kwam de afgelopen weken ineens kritiek vanuit onverwachte hoek. Waar ik de ‘aanval op de SDG’s’ vanuit complotdenkers wel vaker tegenkom op sociale media, kwam het tegengas ditmaal uit de ‘groene’ hoek.
Een aantal Angelsaksische wetenschappers stelde dat de doelen te weinig echte verandering teweeg brengen in een tijd van planetaire crisis. Zie bijvoorbeeld dit artikel. Daarop voortbouwend stelde Hans Stegeman, Chief Investment Strategist van Triodos, dat de doelen te complex zijn en daardoor te weinig richting geven. Aan de ene kant worden de SDG’s dus te weinig transformatief gevonden, aan de andere kant te complex doordat verschillende doelen aan elkaar verbonden worden.
‘Deal with it’
Voor mij is die samenhang juist de kracht van de doelen: de erkenning dat de grote uitdagingen in de wereld sterk met elkaar verbonden zijn en niet in silo’s kunnen worden opgelost. Dat systeemdenken zit in de SDG’s verweven en dat maakt ze uitdagend. Dingen die belangrijk zijn, zijn zelden makkelijk. Complexiteit is nu eenmaal deel van de ‘wicked problems’ waar we mee te maken hebben. ‘Deal with it’, is wat de SDG’s tegen ons zeggen. Dat het niet snel genoeg gaat is zeker zorgelijk, want de klok tikt. Maar systeemverandering of transformatie vergt ook tijd, omdat we zoveel zaken echt anders moeten gaan aanpakken.
Maar het kán wel, en ook versnellen is mogelijk. Dat begint met een goede analyse van waar we staan en samenhangend naar de doelen kijken. Dat is precies wat we doen in onze SDG-rapportage die Minister Schreinemacher aan de VN presenteert in New York. Dat doet ze deze week samen met de premier van Aruba Evelyn Wever-Croes en de Nederlandse jongerenvertegenwoordiger Sarah Oey
De rapportage – formeel de ‘Voluntary National Review’ (VNR) – is een vrijwillige verantwoording die landen afleggen over hun inzet aan elkaar en aan de VN. Ons rapport is geschreven door de vier landen in het Koninkrijk samen, met een gezamenlijke inleiding en een apart hoofdstuk voor elk land. Aruba, Curaçao en Sint-Maarten hebben ook de specifieke situatie van kleine eilanden in het rapport uitgelicht. De manier waarop hun kleine economieën, beperkte menskracht en capaciteit kwetsbaar zijn voor crises, zoals COVID en klimaatverandering is ook een voorbeeld van hoe sterk uitdagingen elkaar beïnvloeden.
Het hoofdstuk over Nederland kun je zien als de ‘stand van het land’. Wat we niet wilden doen was alleen per SDG kijken hoe Nederland scoort. Dat doet het CBS al jaarlijks in de Monitor Brede Welvaart en SDG’s. In de VNR wilden we juist de samenhang tussen de doelen bekijken.
6 grote uitdagingen
De oplossing was om zes grote maatschappelijke uitdagingen van Nederland tegen het licht te houden waarin verschillende SDG’s bij elkaar komen. Dat zijn: (1) een eerlijke klimaat- en energietransitie, (2) een inclusieve samenleving met gelijke kansen, (3) de landbouw- en voedseltransitie, (4) de overgang naar een inclusieve circulaire-economie, (5) menselijk welzijn (gezondheid, wonen, leven lang ontwikkelen en een prettige omgeving) en (6) het versterken van de positieve invloed van Nederland in de wereld.
In elk van die zes systeemopgaven komt een aantal SDG’s samen die elkaar het meest beïnvloeden. We keken naar de cijfers, het ingezette beleid en bespraken die met een brede groep stakeholders die vanuit verschillende invalshoeken hun visie gaven. Dat leverde een uniek overzicht op over de Nederlandse voortgang op weg naar een duurzame economie en een inclusieve, veerkrachtige samenleving. Met nuttige aanbevelingen over wat nodig is om verder te versnellen.
Een belangrijke conclusie is dat Nederland de afgelopen jaren een flinke toename heeft gezien in bewustwording rondom SDG-thema’s zoals klimaat, biodiversiteit, waterstress, maar ook ongelijkheid en discriminatie, etc. Ook waarderen stakeholders de ambitie die is ingezet in het beleid van de Rijksoverheid. Bijvoorbeeld op het gebied van de energie- en klimaattransitie en de kringlooplandbouw of de geplande versterking van bestaanszekerheid.
Maar, zo gaven stakeholders aan, dat leidt nog onvoldoende tot verandering op schaal. Een obstakel is bijvoorbeeld het ontbreken van (randvoorwaarden voor) financieel aantrekkelijke business modellen waarin de maatschappelijke meerwaarde of impact meegenomen wordt. Dit geldt bijvoorbeeld voor circulair ondernemen en voor het combineren van duurzame landbouw en natuurbeheer. En voor gezondheid, waar maar een fractie van de bestedingen naar preventie gaat, terwijl dat grote maatschappelijke meerwaarde heeft. Ook werkt beleid nog niet altijd dezelfde kant op, zoals waar de regels rondom afval soms circulariteit bemoeilijken. Meer samenhang van beleid is op alle vlakken belangrijk, zo is de boodschap.
We zien al veel mooie voorbeelden van samenwerking over de grenzen van organisaties en sectoren heen. In het onderwijs werkt de Gelijke Kansen Alliantie aan het verbeteren van de kansen voor alle kinderen. Een inclusieve arbeidsmarkt is mogelijk als UWV, gemeenten en bedrijven samenwerken met partijen die helpen de talenten in elk mens in te zetten, zoals Noord-Holland Noord laat zien. Gemeenten pakken met de SDG’s hun gebiedsinrichting veel integraler aan, zoals de gemeente Sudwes Fryslan met hun SDG-kompas voor de Omgevingsvisie. De uitdaging zit in het opschalen van dit soort goede voorbeelden.
Andere tips die stakeholders meegaven is om veel meer groepen mensen te betrekken bij deze vraagstukken. Ook in het verduurzamen van waardeketens van bedrijven in het buitenland moeten juist de meest kwetsbare groepen goed betrokken worden. Terugdringen van de grote Nederlandse voetafdruk in het buitenland en het versterken van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen kwamen sterk naar voren in de gesprekken over de Nederlandse mondiale verantwoordelijkheid.
Geen wondermiddel
Daarmee biedt de VNR waardevolle inzichten in waar we staan en hoe transities verder versneld en opgeschaald kunnen worden. De SDG’s geven dus een krachtig kompas om mee te monitoren en te sturen, niet ondanks de complexiteit, maar juist door die te erkennen en te gebruiken. Tegelijkertijd zijn de SDG’s geen wondermiddel. De transitie naar een toekomstbestendige wereld is ingewikkeld, uitdagend en vooral hard werken. Dat zullen we zelf -en met elkaar- moeten doen De rapportage laat zien dat we de basis daarvoor hebben in de grote energie van alle betrokkenen.
Donderdag (14 juli) is de presentatie van de rapportage in de VN door Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Liesje Schreinemacher, premier Evelyn Wever-Croes van Aruba, en VN-jongerenvertegenwoordiger Duurzame Ontwikkeling Sarah Oey. Deze presentatie start rond 17.00 uur (NL tijd) en duurt 10 minuten waarna er tijd is voor vragen uit de zaal. Nederland maakt deel uit van een sessie met twee andere landen, Gabon en Guinea-Bissau. Via UN Web-TV kun je live meekijken. Daarnaast zal de minister in de aanloop naar de grote VN waterconferentie van begin 2023 via een side-event aandacht vragen voor waterproblematiek in relatie tot klimaatadaptatie. Tot slot zal zij gesprekken voeren met directeuren van de in New York gevestigde VN-organisaties die Nederland steunt. De jongerenvertegenwoordigers organiseren een eigen event gericht op generatie-toetsing.