Column. Het langverwachte Klimaatakkoord is een feit. Een huzarenstukje van onderhandelen. Tussen zeer uiteenlopende belanghebbenden en zeer uiteenlopende politieke partijen. Er is vast genoeg op het akkoord aan te merken, maar ik heb bewondering voor de megaklus die hier geklaard is!
Het akkoord is tot stand gekomen aan zogeheten ‘sectortafels’, bijvoorbeeld van de elektriciteit, de industrie en de landbouw. Maar wie niet aan deze tafels zaten waren de ontwikkelingslanden. Terwijl Nederland wel een gigantische mondiale voetafdruk heeft. Ontwikkelingslanden worden meer dan evenredig getroffen door klimaatverandering terwijl ze er minder dan evenredig aan hebben bijgedragen. Met het Klimaatakkoord is een grote stap gezet op Nederlands niveau, maar is er voldoende gekeken naar de effecten ervan op ontwikkelingslanden?
Haagse rijksambtenaren hebben een spoorboekje dat ze gebruiken als ze met nieuw beleid of nieuwe wetgeving aan de slag gaan. Dat spoorboekje heet het Integraal Afwegingskader of IAK. Sinds januari van dit jaar zijn de Sustainable Development Goals hier ook in opgenomen. Van de ambtenaren wordt in het bijzonder gevraagd te kijken naar de eventuele effecten, positief of negatief, van nieuw beleid op ontwikkelingslanden. In deftig Haags jargon: de ‘verplichte kwaliteitseis effecten op ontwikkelingslanden’. Building Change heeft zich in de achterliggende jaren sterk gemaakt voor de totstandkoming van deze toets – we hebben zelfs een toolkit ontwikkeld voor maatschappelijke organisaties om input te geven op nieuw beleid en wetgeving met impact op ontwikkelingslanden.
Toepassing SDG-toets op het Klimaatakkoord
Waar ik nu zo benieuwd naar ben, is of de onderhandelaars van het Klimaatakkoord dit spoorboekje nu ook echt hebben gevolgd. Hebben ze serieus gekeken naar de gevolgen van het akkoord voor ontwikkelingslanden? De toepassing van de nieuwe SDG-toets op het Klimaatakkoord, dat zou toch echt een lakmoesproef zijn…? Laat ik als niet-ambtenaar het IAK eens doorlopen, om te kijken of die SDG-toets nou goed is toegepast.
Op de website van het IAK kom ik een handige beslisboom tegen. De eerste vraag die gesteld wordt is: kan het voorstel effecten hebben op ontwikkelingslanden? Ik pak er voor de zekerheid de handleiding beleidsterreinen eens even bij. Deze noemt zeven beleidsterreinen waarop vaak sprake is van grensoverschrijdende effecten, in het bijzonder voor ontwikkelingslanden. Het Klimaatakkoord raakt rechtstreeks aan drie van deze zeven terreinen: handel, landbouw en klimaatbeleid. Met andere woorden: alle reden om de eventuele effecten in kaart te brengen.
Verderop in de beslisboom wordt gevraagd: wat zijn dan de verwachte effecten op ontwikkelingslanden? En wie worden erdoor geraakt? Twee glasheldere handleidingen helpen de ambtenaren verder om het antwoord op deze vragen te formuleren.
Maar helaas, het lijkt erop dat de ambtenaren deze nieuwe SDG-toets over het hoofd hebben gezien. Branchevereniging Partos voor ontwikkelingssamenwerking is bij mijn weten niet gebeld om lid-organisaties met kennis van zaken bij de sectortafels over handel, landbouw en klimaatbeleid te laten aanschuiven. Terwijl de handleiding dit wel aanbeveelt.
Klimaatverandering en de impact op ontwikkelingslanden
Laten we via deze weg alsnog even concreet maken wat de impact is van klimaatverandering op ontwikkelingslanden. En hoe Nederland daaraan bijdraagt, direct en indirect.
Een kersvers VN-rapport over de relatie tussen klimaatverandering en armoede waarschuwt: bij een mondiale temperatuurstijging van 2 graden (niet ondenkbeeldig) zal een extra 100 tot 400 miljoen mensen honger lijden en verliezen 1-2 miljard mensen mogelijk de toegang tot schoon (drink)water. Per jaar zullen 250.000 mensen méér overlijden aan ondervoeding, malaria, diarree en hittestress. Het aantal klimaatvluchtelingen als gevolg van overstromingen of droogte zal drastisch stijgen. De VN waarschuwt voor ‘klimaat-apartheid’: de rijken die de problemen veroorzaken maar middelen hebben om zelf te ontsnappen aan oververhitting, honger en conflict; en de armen die de gevolgen ondergaan maar nauwelijks middelen hebben om zich ertegen te wapenen.
Nederland importeert op grote schaal kolen uit Colombia, olie uit Nigeria, palmolie uit Azië en soja uit Brazilië en Argentinië. En onze import van ‘duurzame’ biomassa uit de armste landen is in een kleine tien jaar verdubbeld. Gevolgen: ontheemding van lokale gemeenschappen, land onteigening, ontbossing, schade aan biodiversiteit, verdringing van lokale landbouw, water-uitputting en -vervuiling… Daarnaast consumeren we als Nederlanders voedselproducten van over de hele wereld. En die zijn niet altijd duurzaam geproduceerd.
Nederland gaat door het Klimaatakkoord uiteindelijk minder soja, palmolie, biomassa, kolen en olie importeren uit ontwikkelingslanden. Op zich goed, maar voor ontwikkelingslanden wordt dit een verhaal van plussen en minnen: minder klimaatschade hopelijk, maar ook minder handel met Nederland wellicht. Een zorgvuldige toepassing van de SDG-toets had ertoe kunnen leiden dat we met goed doordacht beleid maatwerk leveren voor ontwikkelingslanden.
Beleidscoherentie voor ontwikkeling
Heeft onze regering dan helemaal de positie van ontwikkelingslanden niet in het vizier? Jawel, in de nieuwste jaarrapportage Beleidscoherentie voor Ontwikkeling staan de nodige acties van met name Minister Kaag om via financiële instrumenten armere landen te steunen in het zich aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering (adaptatie) – maar een beetje cynisch is dat wel: het budget voor ontwikkelingssamenwerking is immers vooral bedoeld om de structurele oorzaken van armoede aan te pakken, niet om de gevolgen te verzachten van problemen die vooral elders of door anderen veroorzaakt zijn!
Fundamenteler zijn de activiteiten om de financiële sector te vergroenen (uitfaseren van investeringen in fossiele energiewinning) en om de winning van biomassa te verduurzamen. Maar we zijn daarmee nog niet op het niveau van de SDG-toets. Dan had er een scherpe analyse in het Klimaatakkoord moeten zitten van de gevolgen voor ontwikkelingslanden. Plus een pakket met voorstellen om negatieve gevolgen te voorkomen en positieve impact na te streven.
Het laatste woord is nog niet gezegd over het Klimaatakkoord. Volgens Minister Wiebes gaan we dertig jaar de tijd nemen om alle maatregelen te nemen. Als dat de horizon is, moet er nog alle ruimte zijn in politiek Den Haag om de SDG-toets op het Klimaatakkoord los te laten. Zeker weten dat dit voor ontwikkelingslanden positieve gevolgen kan hebben!
Afbeelding: Tumisu via Pixabay