Terwijl de mondiale coronasituatie een volwaardig HLPF (High Level Political Forum in New York) onmogelijk maakt, is de conferentie urgenter dan ooit. Zeker omdat andere mondiale conferenties over klimaat en biodiversiteit uitgesteld zijn.
Dat corona de uitkomsten van de top gaat beïnvloeden staat vast. Zeker in het licht van de mondiale economische crisis die nu ontstaat. Hoe houden we tempo in het behalen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s)? Of liever: hoe verkrijgen we het gewenste tempo?
Maar allang voor er sprake was van corona, was 2020-2030 terecht gedoopt tot het ‘decade of action’. De impact van corona zou de overtuiging moeten versterken dat het HLPF van dit jaar ons op het spoor moet zetten naar de noodzakelijke transitie.
Wat is het HLPF?
Het High Level Political Forum vindt, sinds de SDG’s in 2015 aangenomen werden, elke zomer plaats in New York. Doel van de bijeenkomst is vast te stellen hoe het staat met het bereiken van de SDG’s op weg naar 2030. Normaliter zouden ook dit jaar talloze delegaties van over de hele wereld samenkomen in en rond de VN gebouwen, maar hoe het HLPF er dit jaar uiteindelijk uit zal zien hangt af van de aanbevelingen van de UN Medical Doctor. Concreet betekent het dat deze keer nagenoeg het gehele HLPF alleen online zal plaatsvinden.
Accelerated action and transformative pathways’. Het motto voor het HLPF van 2020 had niet beter gekozen kunnen worden. Bij het Planbureau voor de Leefomgeving maken we momenteel een synthese van vijf belangrijke mondiale milieuassessments. Ook al komt ons rapport later, we lichten in het kader van het HLPF graag alvast een tipje van de sluier op.
Unanieme oproep tot urgente actie
Een unanieme oproep tot urgente actie. Zo willen we de vijf assessments typeren: UNCCD Global Land Outlook, het IPCC report on Global Warming of 1.5 C, UNEP’s 6th Global Environment Outlook, het IPBES Global Assessment of biodiversity and ecosystem services en UNEP-IRP’s Global Resources Outlook.
De assessments hebben gemeen dat de internationale gemeenschap de mondiale milieu-uitdagingen frontaal moet aanpakken. Zelfs bij een volwaardige uitvoering van de nationale mitigatieplannen rond de klimaatcrisis koersen we nog steeds af op 3 graden mondiale temperatuurstijging.
‘Business as usual’ betekent aanhoudende verandering van landgebruik en afname van bodemvruchtbaarheid. Negatieve trends in de natuur en in ecosysteemdiensten zullen waarschijnlijk doorzetten en mogelijk zelfs versnellen. Dat betekent dat we de internationale milieudoelen niet gaan halen. De trends brengen risico’s mee voor ons welzijn en voor het bereiken van de SDG’s.
Stapsgewijze verandering zal niet voldoen. Versnelde acties en transformaties zijn duidelijk nodig.
Stapsgewijze verandering zal niet voldoen. Versnelde acties en transformaties zijn duidelijk nodig. Hoewel die boodschap niet nieuw is, is de resterende tijd om woorden in daden om te zetten wel aanzienlijk geslonken. Zie bijvoorbeeld een recent commentaar in Nature dat laat zien wat een verspild decennium betekent om alsnog de klimaatdoelen van Parijs te kunnen bereiken.
Dat de internationale gemeenschap tijd verloren heeft, betekent dat in de nabije toekomst het keuzemenu voor beleidsopties kleiner is geworden. De afwegingen voor het gelijktijdig behalen van verschillende doelen zullen ook pijnlijker worden.
Grondoorzaken en beleidscoherentie
Alle vijf assessments wijzen in dezelfde richting: elke aanpak gericht op lange termijn transformatie moet de grondoorzaken van milieuverslechtering aanpakken. Denk aan maatschappelijke waarden die ten grondslag liggen aan leefstijlen en productiewijzen, consumptiepatronen, ongelijkheid, externaliteiten, voetafdrukken en financiële systemen.
Een voorbeeld van zo’n benadering is dat financiële instellingen aan de slag gaan om fysieke, transitie- en reputatierisico’s als gevolg van biodiversiteitsverlies op te sporen in hun portfolio’s. Dat werd aanbevolen in een recent gepubliceerde studie van De Nederlansche Bank en PBL. Het is een belangrijke stap om de waarde van de natuur te incorporeren in het financiële systeem.
Klimaatverandering, bodemverslechtering en biodiversiteitsverlies zijn sterk met elkaar verbonden en werken op elkaar in. Niet alleen beïnvloeden ze elkaar negatief en hebben ze dezelfde grondoorzaken, ook de beschikbare oplossingen maken dat ze sterk met elkaar verweven zijn. Verandering van consumptiegedrag, efficiëntere omgang met natuurlijke hulpbronnen en herstel van ecosystemen versterken elkaar in hoge mate, als we kijken naar diverse doelen voor milieu en sociale ontwikkeling. Daarentegen gaan grondgebonden mitigatiemaatregelen en intensivering van de landbouw gepaard met talrijke trade-offs.
Het is belangrijk dat het HLPF dit jaar het geïntegreerde karakter van de uitdagingen onderstreept, en krachtig het belang van beleidscoherentie erkent (SDG 17.14). Waar het mogelijk is, moeten we synergie van beleid nastreven. Waar het onvermijdelijk is, moeten we belangenafwegingen maken. Zo wijzen de assessments op geïntegreerde landschapsbenaderingen als een manier om de vele, gelijktijdige claims op land te beoordelen. Een zogeheten natuurlijk kapitaalboekhouding kan hierbij behulpzaam zijn.
Krachtige oproep tot ander consumptiepatroon
Vergeleken met eerdere assessments, besteden de vijf die wij bestuderen veel meer aandacht aan de bijdrage van veranderende consumptiepatronen aan het bereiken van milieudoelen. Het bewustzijn groeit dat technologische oplossingen ook hun keerzijden hebben. Soms brengen ze het risico mee dat toekomstige generaties minder ruimte hebben om ándere oplossingen te zoeken.
Omdat consumptiepatronen grotendeels bepaald worden door sociale routine en zulke routines niet van de ene op de andere dag veranderen, moeten beleidsinspanningen eerder vroeger dan later beginnen.
Een voorbeeld is de zoektocht naar verschillende manieren om een overschot aan koolstofdioxide in de atmosfeer te verwijderen. Combinaties van maatregelen met oog voor de verbanden tussen milieuvraagstukken én voor de bijdrage van veranderend consumptiegedrag kunnen efficiënter en effectiever zijn. Zulke combinaties betekenen wel dat huidige generaties met hun grote milieu-impact hun consumptie aanzienlijk moet aanpassen. Omdat consumptiepatronen grotendeels bepaald worden door sociale routine en zulke routines niet van de ene op de andere dag veranderen, moeten beleidsinspanningen eerder vroeger dan later beginnen.
Momentum vasthouden
Zeker nu andere grote toppen uitgesteld zijn (Glasgow over klimaat; Kunming over biodiversiteit), is het te hopen dat het HLFP het momentum vasthoudt en, ook al moet het onder bizarre omstandigheden plaatsvinden, de route uitstippelt voor de komende tien jaren. Eén ding is zeker: met de vijf mondiale assessments in de hand, beschikken nationale afgevaardigden over een heldere, consistente kennisbasis, zodat ze een goed geïnformeerde, op wetenschappelijke inzichten gebaseerde positie kunnen innemen als ze onderhandelen over de slotverklaring.
Paul Lucas, senior onderzoeker duurzame ontwikkeling en internationaal klimaatbeleid PBL
Timo Maas, onderzoeker milieubeleid PBL
Evert-Jan Brouwer, woordvoerder en senior communicatieadviseur PBL