Geen honger meer in de wereld, of ‘zero hunger’ is een van de doelen van de Verenigde Naties voor 2030. Maar nu er ernstige humanitaire crises gaande zijn in Azië, het Midden-Oosten en Afrika, lijkt dat doel steeds moeilijker te halen.
De laatste cijfers in een gezamenlijke studie van de Europese Unie (EU), de VN-Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) en het Wereldvoedselprogramma laten zien dat de situatie ernstig is. Alleen al vorig jaar hadden 124 miljoen mensen in 51 landen te maken met acute voedselonzekerheid – 11 miljoen meer dan in 2016. Het aantal mensen dat wereldwijd honger lijdt en kans loopt daaraan te sterven, is nog steeds 815 miljoen wereldwijd.
De stijging in 2017 is volgens het Global Report on Food Crises grotendeels te wijten aan nieuwe en opgelaaide conflicten en onzekerheid in Myanmar, het noordoosten van Nigeria, de Democratisch Republiek Congo, Zuid-Soedan en Jemen.
Langdurige droogteperiodes hebben daarnaast geleid tot slechte oogsten in landen die al te maken hadden met voedselonzekerheid en ondervoeding, zowel in oostelijk als in zuidelijk Afrika.
Complexe problematiek
VN-secretaris-generaal Antonio Guterres waarschuwde in januari dat de honger wereldwijd toeneemt en dat de situatie in Afrika het ernstigst is. Hij wees erop dat de landbouwproductie en veestapel in Afrika lijden onder de oorlogssituaties en klimaatverandering. “Klimaatschokken, milieudegradatie, lagere prijzen voor gewassen en vee en oorlogen hebben allemaal met elkaar te maken.”
De VN houden echter nog steeds vast aan het doel om in 2030 alle honger de wereld uit te hebben. Hoe realistisch is dat? Marta Antonelli, onderzoeker aan het Barilla Center for Food & Nutrition (BCFN), zegt dat het terugdringen van het aantal chronisch ondervoede mensen in Afrika een van de meest dringende uitdagingen in de wereld is.
Voedselonzekerheid, zegt ze, vooral in Afrika ten zuiden van de Sahara, wordt veroorzaakt door een aantal factoren die met elkaar samenhangen, zoals extreme armoede, weinig diverse inkomensbronnen, zwakke instituten en zwak bestuur, en in het bijzonder slechte klimaatomstandigheden en sociale conflicten.
“Klimaatverandering en extreem weer kunnen enorme impact hebben op de opbrengst van gewassen, vee en visbestanden, en daarmee ook op het inkomen van boeren. Vooral kleine boeren worden daardoor kwetsbaarder voor voedselonzekerheid.
Om honger in Afrika te bestrijden, moet volgens Antonelli maatregelen genomen worden om het bestuur op het gebied van voedselvoorziening te harmoniseren, en moet gewerkt worden aan duurzaamheid, voedingswaarde, goed functionerende instituten die een anti-armoedebeleid uitvoeren, efficiënte landbouwpraktijken en ICT en innovatie.
Dat betekent ook dat boeren hun inkomstenbronnen moeten diversifiëren om minder kwetsbaar te worden, aan landherstel moeten werken en betere irrigatiesystemen moeten gebruiken om een hogere opbrengst te halen.
Voedselverspilling
Het wereldwijde voedselsysteem is volgens BCFN op drie terreinen in onbalans: voedselverspilling (bijna een derde van de wereldwijde voedselproductie), honger enerzijds en epidemische niveaus van obesitas anderzijds (2,1 miljard mensen) en niet-duurzame landbouwsystemen (een derde van de graanproductie wereldwijd wordt gebruikt voor diervoeder en voedselgewassen worden gebruikt voor de eerste generatie biobrandstoffen).“We kunnen de wereld niet veranderen zonder eerst het voedselsysteem te repareren”, zegt Antonelli.
In 2016 lanceerde BCFN de Food Sustainabilty Index (FSI), waarin gekeken wordt naar de individuele prestaties van 34 landen op het gebied van duurzame landbouw, gezonde voeding en voedselverspilling. De landen die de meeste vooruitgang laten zien op de index, zijn Frankrijk, Japan, Duitsland, Spanje, Zweden, Portugal, Italië, Zuid-Korea en Hongarije.
De aan- of afwezigheid van een degelijk en goed geïmplementeerd beleid is fundamenteel voor een goede score op de index. De analyse over 2017 laat zien dat landen in het zuidelijke en oostelijke Middellandsezeegebied het meest moeite hebben met duurzame voedselsystemen, vooral als het gaat om voedselverspilling. Ze doen het relatief beter als het gaat om voedingswaarde.
Bron: IPS News.
Foto: Oxfam East Africa